Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht schoorkuilen. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht schoorkuilen. Sorteren op datum Alle posts tonen

dinsdag 2 juli 2013

Schoorkuilen

In de gemeente Nederweert is al in januari 2007 Stichting het Limburgs Landschap gestart met de eerste werkzaamheden van het venherstel- project “Kwegt” en “ Schoorkuilen”.
De Schoorkuilen maakte vroeger deel uit van de Roeventerpeel. In het gebied werd op kleine schaal turf gestoken, waardoor de vennen, kuilen of “koulen” ontstonden.
Met een “schore” werd in het Middelnederlands een kleine waterovergang bedoeld, gewoonlijk niet meer dan een paar balken of planken breed. Het viel niet mee hier overheen te lopen. Denk maar eens aan het woord “schoorvoetend” dat we nu nog gebruiken in de betekenis van “aarzelend, voorzichtig”. Waarschijnlijk dat bij Schoorkuilen het smalle en enige paadje bedoeld werd, dat op onderstaande kaart van 1892 te zien is; de Schoordijk.
kaart van 1892 met de huidige rood ingekleurde Schoorkuilen
Over de Roeventerpeel heb ik al een en ander geschreven. De aanleg van kanaal Wessem-Nederweert was een ingrijpende verandering van het gebied, dat tot dan toe vrijwel ongeschonden was. Het betekende meteen ook het einde van Schoorkuilen, dat men kon gaan gebruiken als landbouwgrond. Het gebied is nu (anno 2013) nog aangewezen als TOP-gebied en maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
Dat betekent dat gestreefd wordt om de knelpunten, zoals met name de verdrogingsproblematiek, tussen natuur en landbouw te verbeteren en op te lossen en van de versnipperde natuurgebieden één aaneen- gesloten gebied te maken, waarin de natuur (plant en dier) voorrang heeft en wordt beschermd.
Roeventerpeelven

Vanwege de autoweg en het kanaal is het natuurlijk niet meer mogelijk het oorspronkelijke Roeventerpeel te herstellen. Vandaar de “deelvennen” Roeventerpeel, Schoorkuilen en Kwegt. Deze sluiten aan op Sarsven, Banen, de Zoom en de Moost. In de periode 2007-2009 is al een 40 ha groot gedeelte aan de andere kant van het kanaal door Rijkswaterstaat hersteld, als proefproject en als natuurcompensatie. Dit gebied, waar ik al iets over geschreven heb, wordt de “Kwegt” genoemd en heeft zich in korte tijd prachtig ontwikkeld.
de Kwegt
Aan weerszijden van de Schoordijk is in de afgelopen jaren ongeveer 1 miljoen m3 verwijderd tot op de oorspronkelijke venbodem. Aan de (verlaagde) Schoordijkweg is de oever wat steiler gelaten, terwijl de rest van de oever meer glooiend is gemaakt. De plas is zo gesitueerd dat er voldoende windwerking is, die tot golfslag leidt. Hierdoor zal de plas niet dicht groeien, wat weer ten goede komt aan de functie die het ven kan hebben voor watervogels.
uitzicht vanaf het zanddepot op Schoorkuilen met de Schoordijk in het midden
Het project kon vooral gefinancierd worden door het witte zand te verkopen aan Rijkswaterstaat ter verbre- ding van de A2 bij Eindhoven. Bij het AC restaurant heeft men een op- en afrit aangelegd voor de afvoer van het zand. Niet al het zand was meteen bruikbaar, of was ongeschikt, en heeft men opgeslagen in een groot zanddepot langs het ven. Al snel daarna heeft een kolonie oeverzwaluwen dit zanddepot gevonden en heeft zich hier gevestigd. Het vervoer van het zand heeft in het voorjaar 2011 om die reden zelfs een tijdje stilgelegen. Momenteel is men volop bezig de rest van het zand af te voeren. Het is al ruim een maand een af- en aanrijden van vrachtwagens. Ook nu weer nestelen er oeverzwaluwen, maar daar houdt men geluk- kig tot nu toe goed rekening mee. Men blijft voldoende op afstand, zodat de vogels niet gestoord worden.
 

Er is een berken-zomereikenbosje aan de kant van de Meiberg (de westkant van de plas), zodat de snelweg geïsoleerd ligt van het natuurgebied en de rust in het gebied vergroot wordt. Het is er in elk geval rustig genoeg, want ik heb er sporen van reeën in het zand aangetroffen.

Tevens is de Einderbeek vanwege de sterke afwatering heringericht en zijn de overlopen van het ven naar de beek afgesloten. De beek stroomt van oost naar west en mondt net ten westen van de Schoorkuilen uit in de Leukerbeek, een van de zijbeken van de Tungelroyse beek. Het waterpeil van de beek is lager dan het streefpeil in de vennen, zodat daar geen gebiedsvreemd (voedselrijk) water komt. De waterkwaliteit in de Einderbeek wordt namelijk enerzijds bepaald door het grondwater en anderzijds door het water dat wordt aangevoerd vanuit de Noordervaart. Het grondwater wordt door de omringende landbouwpercelen beïnvloed en bevat daardoor o.a. bestrijdingsmiddelen, nitraat en fosfaat. Het water uit de Noordervaart is hard, zwavelrijk en voedselrijk. Ongeschikt dus voor de vennen.

De verwachtingen voor het gebied zijn hooggespannen, na de ontdekking van nog steeds kiemkrachtige zaden van zeldzame planten in de oorspronkelijke veenbodem en de prachtige resultaten na venherstel in De Banen in de jaren negentig.


blaartrekkende boterbloem
Er is een rijke oevervegetatie. Nu zie je langs de glooiende oever opvallend veel blaartrekkende boterbloemen. Het is een tot 60 cm hoge pionier, die massaal kan groeien en van mei tot oktober bloeit. De plant heeft een kleine onopvallende bloem en de bloemblaadjes vallen snel af. Opvallend zijn de vruchtlichaampjes die er als korfjes uit zien.

Niet dat deze plant zo bijzonder is, want ze komt algemeen voor op vochtige en drassige stikstofrijke bodems, maar ik wil je er op attenderen deze niet aan te raken of te plukken. Hoewel alle boterbloemen giftig zijn (vandaar dat grazende dieren ze niet eten), is de blaartrekkende boterbloem de meest giftige. Wanneer de bladeren gekreukt, beschadigd of verma- len worden, brengen ze op de menselijke huid lelijke zweren en blaren. De plant heet in de volksmond niet voor niks jeukbloem of kankerbloem. Voorzichtigheid is dus op zijn plaats.

rijke oevervegetatie aan de westkant van Schoordijk

woensdag 25 mei 2022

De Kwegt; een tijdlijn

Tussen Nederweert-Eind en de zuidrand van Weert strekt zich een langgerekt snoer aan peelvennen uit die in het verleden met elkaar verbonden waren via moerassen. We hebben het hier over Roeventerpeel, Schoorkuilen, Kwegt, Sarsven en de Banen. Er waren de afgelopen 20 jaar liefst vijf grote restauratie- projecten nodig om weer een opbloei van een aantal kenmerken van voedselarme vennen te krijgen. Het gaat om natuurwaarden zoals we die 100 jaar geleden zagen en die nu weer floreren. 
Luchtopname van de Kwegt in april 2020, mbv een drone door Dennie Joosten

De Kwegt maakte oorspronkelijk deel uit van Schoorkuilen en de in Weert gelegen Roeventerpeel, maar is daarvan gescheiden door de aanleg van kanaal Wessem-Nederweert en de autosnelweg. Voor wie niet beter weet, is het gebied altijd in gebruik geweest als landbouwgrond, maar dat was dus niet het geval. Ooit was het één groot moerasgebied met vennen. Bij de aanleg van het kanaal in 1926 heeft men het vrijgekomen zand gebruikt om het ven en het moerasgebied aan beide zijden van het kanaal droog te leggen. Schoorkuilen en de Kwegt werden gescheiden. Bij de aanleg van de A2 tussen Nederweert en Kelpen in 1970 werden Schoorkuilen/Kwegt van de de Roeventerpeel in Weert gescheiden. 
Meer over de historie van de vennen kun je lezen in mijn posts Schoorkuilen en Roeventerpeel.

De deelgebieden Sarsven, de Banen en een gedeelte van de Kwegt hebben dankzij de herstelwerkzaamheden vanaf 2000 nu de hoogste Europese beschermingsstatus, namelijk dat van Natura 2000-gebied. Natura 2000 is de benaming voor een Europees netwerk van natuurgebieden waarin belangrijke flora en fauna, gezien vanuit een Europees perspectief, voor komen. Met de status van Natura 2000 wil men we deze flora en fauna duurzaam beschermen.
de Kwegt in mei 2020 gezien vanaf de noordelijke uitkijkpost
Het belangrijkste Natura 2000-doel voor deze gebieden is/was: behoud van de kwaliteit van de drie vennen én uitbreiding van de oppervlakte van de zeer voedsel- en mineraalarme (zwakgebufferde) vennen, met soortenarme begroeiingen op de brede en flauw aflopende oeverzone.

Daarbij is het wel van belang dat gebiedseigen, voedselarm en licht gebufferd regen- en lokaal grondwater wordt vastgehouden en gebiedsvreemd water van met name de Rietbeek, Einderbeek en Hulsenlossing wordt geweerd. Deze zijn dan ook verlegd en om de gebieden geleid. Gevolg van dit beheer is dat er peilschommelingen van het waterniveau zijn, waardoor tijdens warme, droge zomers de oevers voor een deel droogvallen. Dat is geen probleem, want zo krijgen plantensoorten van het zgn. oeverkruidverbond (bijvoorbeeld oeverkruid, grote en kleine biesvaren, moerashertshooi, drijvende waterweegbree en kruipende moerasweegbree) een kans om zich te ontwikkelen. Als het nodig wordt geacht, wordt in de zomer zelfs water uit het ven gelaten, zodat de oevers droogvallen. De vennen in Nederweert zijn in beheer bij Het Limburgs Landschap.
oudste, in 2000 herstelde ven in 2012
In 2012 ben ik begonnen met wat bezoekjes aan de Kwegt en heb daar een post over geschreven, die je HIER kunt lezen. Als je die post leest, zul je al snel ontdekken dat die achterhaald is, want het gebied heeft vooral in de afgelopen 10 jaar een ware metamorfose ondergaan. 
de Kwegt in het jaar 2000
Om te kijken wat er gebeurd is, ga ik een aantal jaren terug in de tijd. Omstreeks het jaar 2000 werd één enkel landbouwperceeltje gelegen aan de Kwegt, hersteld als proefneming om te zien wat er zou gebeuren. In de praktijk hield herstel van het ven in dat het zanddepot werd afgegraven tot op de oorspronkelijke venbodem en het grondwaterpeil werd verhoogd. De resultaten waren zo gunstig dat besloten werd hieraan een vervolg te geven in het Sarsven en de Banen.
In de periode 2007-2009 is vervolgens bij de Kwegt nog eens een 40 ha groot gedeelte door Rijkswaterstaat hersteld als natuurcompensatieproject. Het uitgegraven zand heeft men namelijk samen met het zand van de uitgegraven Schoorkuilen (totaal liefst 1.000.000 m3!) gebruikt bij de aanleg van het nieuwe wegennet bij de Ring Eindhoven (Randweg) dat in 2010 werd geopend.
1e herstelde ven aan de oostkant in mei 2012
2e herstelde ven ten zuiden van de toen nog bestaande weg in mei 2012
2e herstelde ven van de Kwegt in eind oktober 2012
3e herstelde ven aan de westkant in november 2012
Tussen 2012 en 2017 was de 2e fase van verder herstel en uitbreiding van de Kwegt, die nu qua oppervlakte vrijwel net zo groot is dan de Banen. Honderden vrachtwagens reden in die periode af en aan en graafmachines haalden alles overhoop.
oudste vennetje aan de Kwegt in mei 2013
uitbreiding van het oudste ven aan de Kwegt in september 2014
uitbreiding van het tweede ven aan de Kwegt in september 2014
In september 2016 is de doorgaande weg Kwegt officieel afgesloten voor doorgaand verkeer en opgebroken. Meest opvallende en ingrijpende is dat daardoor de drie nog van elkaar gescheiden plassen door het verwijderen van een gedeelte van die weg tot één aaneengesloten watergebied zijn “omgetoverd”. Inmiddels is de rust al weer wat jaartjes teruggekeerd en kan iedereen genieten van al dat moois dat we er voor terug gekregen hebben.

In de afgelopen jaren heb ik meerdere malen een bezoekje aan de Kwegt gebracht, om te zien hoe het gebied steeds weer veranderde. Wat 20 jaar geleden nog een landbouwgebied was, is nu een schitterend natuur- en watergebied geworden. Hieronder nog wat foto’s van de afgelopen 10 jaar met een korte uitleg.
het oudste  ven  vormt  één geheel met de andere vennen. foto van 29-12-2016
foto van 26 januari 2017
foto van begin april 2017
het opgeschoonde nabijgelegen "Schuumkesven" in mei 2017. 
(**Schuumke is het dialectwoord voor wintertaling)
de aaneengesloten vennen met oevers gezien vanaf het zuiden. foto van juni 2017
het aaneengesloten watergebied gezien vanaf de uitkijkpost aan de noordkant. foto van mei 2020
Het eilandje midden in de plas is nog een herinnering aan hoe de weg ooit gelopen heeft. Veel broedvogels en steltlopers maken er goed gebruik van als rustpunt of nestplaats.
de moerassige omgeving bij de Kwegt in mei 2020
de omgeleide voedselrijke Einderbeek mondt uit in de Leukerbeek. foto van mei 2020

Door de omleiding van de Einderbeek in 2006/2007 en de sterke verschraling van de bodem door de afgraving van de zandlagen waardoor de oorspronkelijke venbodem weer vrij kwam, is de oorspronkelijke  natuurwaarde hersteld en is de ontstane grote plas van grote waarde voor zowel de venflora en libellen als de water- en moerasvogels. Ook zijn er wandelroutes uitgezet en 2 uitkijkpunten gecreëerd van waaruit je een mooi beeld krijgt van de hele omgeving. Terwijl de Kwegt in het jaar 2000 nog een onbekend en eentonig landbouwgebied was, is het nu een schitterend natuurgebied geworden, dat graag door vogelaars wordt bezocht, maar ook andere natuurliefhebbers kunnen er hun hart ophalen. 
een klein eilandje in de plas is een ideale pleisterplaats voor  aalscholvers.
Ter illustratie: op Waarneming.nl werden de afgelopen dagen o.a. de weidebeekjuffer, watersnuffel, grote roodoogjuffer, vuurjuffer, vroege glazenmaker, grote keizerlibel. vuurlibel, viervlek, gewone oeverlibel, azuurjuffer en blauwe breedscheenjuffer vermeld. Behalve de “gewone” watervogels zoals de zilverreiger, grauwe gans, wilde eend, meerkoet, fuut en tafeleend werden ook de lepelaar, aalscholver, roerdomp, nijlgans, blauwvleugeltaailing, spotvogel, bosrietzanger, rode wouw, visdief, roodborsttapuit, karekiet, blauwborst en wespendief waargenomen. Zoals je ziet, voor elk wat wils.

In de volgende post laat ik wat foto's zien van de actuele situatie.

zondag 2 juni 2013

Oeverzwaluw in Weert e.o.

In een kleurrijk weiland tegenover Smeetshof, net voorbij de Nederlands- Belgische grens, ligt al jaren een grote zandhoop. Hoe het zand daar komt en wat men er mee wil/gaat doen is mij niet bekend.
Ik heb zo het idee dat er ook geen bestemming (meer) voor is.

Foto's van de kolonie oeverzwaluwen bij de Smeetshof
Dat zou heel goed uit komen, want het viel me tijdens een fietstochtje op, dat hier momenteel een kolonie oeverzwaluwen gebruik van maakt. Hoewel ik hierover nergens gegevens heb kunnen vinden, was dat mogelijk in vorige jaren ook al het geval.
Ik schat dat het toch al gauw om en nabij de vijftig paartjes zijn.

De oeverzwaluw staat op de Rode Lijst. De laatste 20 jaar is er een toename van < 5% per jaar, hoewel het aantal van jaar tot jaar flink kan schomme- len. Het heeft namelijk ook met de leefomstandigheden in het overwinte- ringgebied (Sahel zone) te maken. Een te koud voorjaar of te koele en verregende zomer bij ons heeft ongetwijfeld ook een effect op het voedselaanbod en daarmee op de conditie en het aantal oudervogels en hun jongen, of omdat er minder gebouwd wordt, zijn er mogelijk ook minder bouwlocaties met gronddepots, of raken deze in verval.. Allemaal factoren die een rol spelen.

In de Weerter natuurgebieden van Grenspark Kempen-Broek zul je deze vogel helaas amper zien. Helaas.... Ik heb ze wel gezien bij het zanddepot bij Schoorkuilen en bij een afkalvende oever van de Centrale Zand Winning in het IJzerenmangebied (het zgn. "blauwe meertje").
Op de site van waarneming.nl zijn dit jaar ongeveer 200 vogels waargenomen in de omgeving van Nederweert-Eind (de Einderbeek en Schoorkuilen), 11 in de Peel, en 12 in de omgeving Ringselven. De gebieden in Nederweert behoren niet tot het Kempen-Broek gebied.

Hoewel met name de SP-Weert en Stichting Groen Weert problemen hebben met de afkalvende oevers bij de CZW (vanwege mogelijk gevaar), zou dit toch een mooie gelegenheid zijn de oeverzwaluw voor Weert te behouden. Dat gedeelte zou dan echter niet toegankelijk mogen zijn voor bezoekers....
Verder trouwens niets dan lof voor de SP-Weert en Stichting Groen Weert, dat ze het natuurbeleid van de Gemeente Weert zo goed in de gaten houden. Natuurbeleid en economisch belang botsen namelijk vaak (meestal) met elkaar. Goed dat hier in Weert de vinger aan de pols wordt gehouden.

Bij de Smeetshof heb je dus wel een mooie gelegenheid om dit beestje eens nader te bekijken. Het zou mooi zijn als dit navolging vindt bij de CZW….

ADVIES:
Aangezien de vogels bij de Smeetshof af - en aanvliegen, neem ik aan dat de eitjes zijn uitgebroed, dus is voorkoming van verstoring erg belangrijk. Houd daarom voldoende afstand als je gaat kijken en maak eventueel gebruik van een verrekijker om ze te observeren. Op bordjes staat trouwens aangegeven dat het verboden gebied is.....


Op de kaartjes die ik heb kunnen downloaden van de site van sovon.nl, kun je zien hoe het met de oeverzwaluw gesteld is. "Sovon Vogelonderzoek Nederland" is een non-profit organisatie die in Nederland het voorkomen en de ontwik- keling van Nederlandse vogels bijhoudt. Sovon kijkt daarbij naar de voor- of achteruitgang van vogels, en naar het hoe en waarom daarvan. De resultaten van de tellingen die Sovon organiseert vormen een basis voor het natuurbeleid en beheer in ons land en worden inmiddels voor een breed aantal toepassingen gebruikt. Onafhankelijkheid, objectiviteit en borging van kwaliteit zijn uiteraard bij deze organisatie belangrijke kernwaarden. Ik vraag me af of de natuurorganisaties in Kempen-Broek ook van deze mogelijkheid gebruik maken.  
Dieptepunt was in 1985 met 3500 paren in héél Nederland!!!! Een groot deel van onze vogels, bereikten in de jaren zeventig en tachtig trouwens hun dieptepunt. Sindsdien is weer sprake van een toename van < 5% per jaar, hoewel dit wisselend is. Het aantal broedparen in Nederland in bijvoorbeeld 1998 is weer 20.000 en in 2000 zelfs 32.000. Bolwerken zijn de grote rivieren, Flevoland, Drenthe, Groningen en Friesland.

Met het huidige natuurbeleid in Kempen-Broek zijn er mogelijk weer kansen. We zullen de vogels echter soms een handje moeten helpen. Het meeste baat heeft de oeverzwaluw bij het herstel van de natuurlijkheid van beken. De zandige steile hellingen, die daarmee mogelijk terug keren vormen namelijk hét biotoop van de oeverzwaluw, maar als die er niet zijn, benutten ze ook door de mens gemaakte steile zand- of leemwanden, zoals op bouwterreinen en afgravingen. Hoewel er tegenwoordig veelvuldig wordt gebroed in gronddepots op bouwlocaties, hebben die vrijwel altijd een tijdelijk karakter.

Ze zijn best wel kieskeurig wat de wand betreft; die moet steil zijn en van zand/leemachtig materiaal zijn. Het is van belang dat elk jaar, vóór de oeverzwaluwen terug keren uit Afrika, de wand weer steil wordt afgestoken. In zo'n 'verse' steilwand broeden de zwaluwen namelijk het liefst. Als het de vogels niet aanstaat trekken ze gewoon verder. Dat zou dan weer een gemiste kans zijn.....

Bij de zandhoop nabij Smeetshof is dit (naar ik aanneem) gedaan door “Natuurpunt Bocholt”, de lokale Vlaamse vereniging voor Natuur en Landschap. Een uitstekend initiatief, want om de oeverzwaluwen van de Rode Lijst te kunnen afvoeren, zullen in de toekomst nog veel van deze wanden aangelegd moeten worden. Van groot belang is dat de grondgebruikers ook worden gewezen op de aanwezigheid van de zwaluwen, en dat wordt voorkomen dat de broedplaats tijdens het broedseizoen wordt aangetast. 


In een volgende blog wil ik nog wat meer over de oeverzwaluw zelf vertellen en minder over de voorwaarden. Ik zal het dan vooral hebben over het vogeltje zelf en de levenswijze.

zondag 16 december 2012

Roeventerpeel 1

Enige tijd geleden heb een bezoekje gebracht aan een nieuw ontwikkeld natuurgebied, waar ik nog niet was geweest: het 21 ha grote Roeventerpeel. Het gebied ligt in een laag moerassig deel, dat wordt omringd door hogere zandgronden.

In de Roeventerpeel, vroeger ook wel Boevenderpeel genoemd, ligt een onlangs hersteld ven te pronken. Het was oorspronkelijk een lang en smal ven, dat doorstroomd werd door de Leukerbeek. Deze ontstond als een samenvloeiing van o.a. de Roevenlossing, Kraanlossing, Schoorlossing en vooral de Einderbeek. Via een nieuw aangelegde loop van de Einderbeek wordt nu het voedselrijke(landbouw)water langs de westkant van de Roeventerpeel geleid. De andere lossingen zijn afgekoppeld, zodat ze stilstaand in de Roeventerpeel achterblijven. Stroomafwaarts sluiten de Kootspeel , Moeselpeel en Roukespeel hier op aan.

De Roeventerpeel, sinds 1971 eigendom van Stichting het Limburgs Landschap, vormde vroeger een belangrijke schakel in de reeks Limburgse - en Brabantse Peelvenen. Het was toen één groot moerasgebied (zoals je op een oude kaart van 1892 kunt zien), waar alleen de Schoordijk(weg) door heen liep.

oude historische kaart van 1892
Roeven komt oorspronkelijk van Roederven. Letterlijk betekent dit: rood ven. Het verwijst naar het bruine, ijzerhoudende water.
Het gebied lag in het beekdal van de Einder- beek. Omdat dit dal een langgerekte ondiepe laagte was, stroomde het water langzaam over een grote oppervlakte weg en ontstonden grote vennen. Omdat de afvoer traag verliep, kun je eigenlijk beter spreken van een doorstroommoeras, waarbij het water van ven naar ven stroomde.

Enkele vennen in het Roeventerpeelgebied waren Schoorkuilen, Kwegt en Roeventerpeelven. Deze sloten aan op de andere Peelvennen zoals Sarsven, de Banen, Vlakwater en de Zoom.

Bij de aanleg van Kanaal Wessem - Nederweert (1929) werd de vrijkomende grond gebruikt om de ernaast gelegen natte laagtes op te hogen. Zo werd nagenoeg de hele noordkant en een gedeelte van de zuidkant van het moerasgebied gedempt. Op sommige plaatsen werd wel 3 meter zand op de veenbodem gestort, waardoor het oorspronkelijke karakter helemaal verloren ging. Het zand bedolf de unieke vegetatie die toen in de Roeventerpeel groeide (b.v. waterlobelia en biesvaren). Het was meteen ook het einde van de Schoorkuilen en de Kwegt. Het Roeventerpeelven kwam helemaal geïsoleerd te liggen tussen het kanaal, het spoor (aangelegd in 1879 als Nederlands deel van de IJzeren Rijn), de Roermondseweg en de later in 1970 aangelegde A2 tussen Nederweert en Kelpen-Oler. Van het oorspronkelijke grote moerasgebied met een unieke flora en fauna, bleef dus nagenoeg niets meer over.

Vroeger had het afgesplitste gebied met het ven nog een "functie" als leverancier van bijvoorbeeld, turf, hout en vis, maar in naoorlogse jaren werd het als “overbodig” en onrendabel gezien en gebruikt als stortplaats van huisvuil en deels dicht gegooid met zand om als landbouwgrond te dienen. Het ven is uiteindelijk nagenoeg geheel verland en dicht gegroeid met riet en struikgewas. De stortplaats werd in 1957 verplaatst naar de Kootspeel, die vanwege de aansluiting van de riolering sinds de jaren 30 van de vorige eeuw bekend stond als "Stroontpieël".

De moeilijk begaanbare noord-westkant
In 2010 is door een natuur- en landschapsherstelproject van het Limburgs Landschap, het vuil en opgebracht zand verwijderd en een ven van zo’n 11 hectare ontstaan.

Hoewel het vanwege rabatten met afwateringsslootjes aan de zuidwesten- en westenkant niet echt nat is, is het er vanwege de ruige begroeiing en het ontbreken van paadjes niet goed toegankelijk. Ik ben desondanks deels om het ven heen kunnen lopen, totdat ik halverwege bij de oude en afgesloten Leukerbeek (die midden in het gebied ligt), kwam en noodgedwongen rechtsomkeert moest maken. Je kunt er volop genieten van de mooie typische venplanten en de natuurlijke afwisselende venoevers die weer nieuw leefgebied zijn voor libellen, amfibieën en talloze watervogels.

Ik heb er aan de westkant zowaar beversporen aangetroffen. Een teken dat het goed gaat met het huidige waterbeleid en een mooie impuls voor een aantrekkelijk en soortenrijk landschap.
In mijn volgende blog zal ik het ven vanaf de oostkant bekijken.




LAATSTE NIEUWS:

Op 18 februari van dit jaar heeft Anthony vd. Loo met behulp van een cameraval bij de Leukerbeek (vlak bij de Roermondse weg),een foto van een (jongere?) bever kunnen maken. Mogelijk dat dit dier van de Roukes- peel af komt. Het ziet er naar uit dat het dier (of dieren?) zich hier langer gaat vestigen. TOP......




Grotere kaart weergeven

Blogarchief