Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label mollen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label mollen. Alle posts tonen

zaterdag 2 maart 2013

Mollenmaand


Vanwege de sterke toename van molshopen meteen na de vorstperiode, worden  februari en maart mollenmaanden genoemd, maar ook in de winter zie je al meer molshopen dan in andere jaargetijden.
En dat is niet alleen, omdat in de sneeuw verse molshopen beter opvallen.

Een mol houdt geen winterslaap. Hij moet dus elke dag op zoek naar voedsel. En dat is niet gering, want hij moet ongeveer dagelijks zijn eigen gewicht (100 gram) eten; dat komt neer op bijvoorbeeld 80 tot 100 wormen!!
De mol is een harde werker met ongelooflijke graafprestaties. Per uur kan hij een gang graven van 12 tot 15 meter lang. Hij presteert het om in een half uurtje tijd een grondhoop van zo'n 5 á 6 kg naar boven te werken. Bevroren grond is geen obstakel voor hem. Hij heeft enorm sterke graafpoten en gaat rustig door in de winter, hoewel hij dan wel dieper in de grond leeft, tot wel 70 cm. diep. Wormen en andere bodemdiertjes kruipen namelijk dieper de bodem in als het koud is en de mol moet dus ook dieper graven. Al die aarde moet hij kwijt en naar de oppervlakte werken, met als gevolg meer molshopen als de vorst in treedt. Weerspreuk: "Zijn er in januari veel mollen, dan laat de winter niet met zich sollen"....

In de winter zie je dus (vanwege die vorst) niet de ondiepe gangen, die in de zomer herkenbaar zijn als ribbels aan de opper- vlakte, maar vooral echte hopen.
De “jachtgangen” worden elke 3 - 4 uur bezocht; een mol moet namelijk blijven eten, want na enkele uren zonder voedsel sterft hij. Daarom legt hij ook, als hij genoeg heeft gegeten, een wormenvoorraad aan. Om te zorgen dat die wormen niet wegkruipen, bijt hij de kop eraf. Bij zo'n wormenvoorraad moet je dan denken aan wel 10 tot 12 liter.
Op zeker moment hoeft hij geen nieuwe gan- gen meer te graven, maar kan het gangen- stelsel wel inmiddels al 250 meter lang zijn.
Hij begint pas weer met graven, als hij zijn eten weer achterna moet. En dat is meteen nadat de vorst uit de grond is; eind februari en begin maart. Als de winter op zijn retour is en het gaat dooien, kruipen wormen, torren en andere bodemdiertjes namelijk weer omhoog en de mol moet ze dan weer achterna.
Ziedaar de reden dat er ook eind februari en in maart een overdaad is aan molshopen. Februari en maart zijn mollenmaand.....

Er is echter nog een andere reden dat februari en maart mollenmaand zijn. De periode eind februari tot begin april is namelijk ook de paartijd. Een mollenmannetje en -vrouwtje leven het hele jaar door solitair, maar in deze periode, als de hormonen door het mollenlijf gieren, gaat het mannetje op zoek naar een vrouwtje. Alleen in de paartijd duldt een vrouwtje een mannetje op "haar" terrein. Hij moet echter heel wat gangen graven en heel wat omploegen, vooraleer zijn tunnel die van haar kruist. De verwekker verdwijnt weer meteen nadat zijn "klus" is geklaard.  Vanaf maart/april zie je daarom  behalve veel molshopen en gangen ook wel eens een éxtra grote molshoop; daar diep onder de grond heeft een vrouwtjesmol dan namelijk haar kraamkamer uitgegraven.

Sommige zoogdieren zie je vrijwel alleen aan de sporen die ze achterlaten. Dat geldt bijvoorbeeld voor bevers, egels,eekhoorns en zeker voor mollen. Iedereen kent molshopen maar slechts weinigen zien wel eens een mol, of het moet een dood dier zijn. De Zoogdiervereniging probeert alle zoogdieren in kaart te brengen, dus ook de mollen en doet jaarlijks in februari/maart een oproep: als u een molshoop ziet, geef het dan aan hen door!
Hoe een waarneming invoeren? Klik HIER

Blogarchief