Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label exmoorpony. Alle posts tonen
Posts tonen met het label exmoorpony. Alle posts tonen

dinsdag 29 december 2015

Taurossen beej Baks 2015

Op het kaartje van de begrazingsgebieden, heb ik bij de Heltenboschdijk  (* hilsenbosch, heltenbosch of eltenbosch= hoog bos) de naam "beej Baks" gezet.  Op een militaire kaart van 1939 wordt de brug over de beek trouwens Beltenboschbrug (*belt=bult) genoemd. Wij noemen ze ook wel "Baksbrug".
Consortium AHV (ARK Natuurontwikkeling, Habitura en Rentmeester Van Soest), heeft dit perceel dat langs de Tungelroyse beek ligt via koop verworven. De aankopen in Kempen~Broek zijn er op gericht om een "ketting" van aaneengesloten natuurgebieden te krijgen. Dit heet Ecologische Hoofd Structuur.

Door deze aankoop, komt er aansluiting van het Wijffelterbroek met de Tungelerwallen en het functioneert tevens als bufferzone voor het achterliggende moerasgebied. Ark noemt dit perceel ook 't "Brook", maar ik noem het liever "beej Baks" of  "op Baks". Hoewel deze naam nergens officieel wordt vermeld, heb ik die plek zo genoemd, omdat de bewoner bij de lokale bevolking bekend was als  "Baks Sjang".

Op de achtergrond de Baksbrug. Links van de beek ligt het perceel "beej Baks".
Er zijn twee verklaringen voor het woord BAKS, namelijk varken/rug of welving/hoogte.
(bronnen o.a. www.taaltutor.nl en de Etymologiebank)

***"Baks" is afgeleid van het oud-Franse "Baco" en de vroeger in Zuid-Nederland en Duitsland gebruikte woorden "Baka", "Bake" en "Bax". Een "bake" was een varken, dat in het verleden in bossen werd gehoed of daar gehouden werd vanwege het aldaar aanwezige voedsel (m.n. eikels en beukennootjes).

***"Baka" of "Bake" (rug, welving, hoogte) is echter ook een toponiem, dat verwijst naar een geografisch hoger gelegen plek, waar varkens werden gehouden of gehoed. Mogelijk is het eerst ook Bake-bos genoemd en later verbasterd tot Baks. Je vindt die betekenis van bult, rug, welving of verhoging ook terug in plaatsen als Bakel (bake+lo), Bakenbos, Bakenberg, Baxbos en Baksheide (bij Beesel). Bake en de afgeleiden daarvan hebben, met uitzondering van Baksheide, een link met bos of heuvelrug.
En wat te denken van "achterbaks" in de betekenis van achter iemands rug om (= stiekem)?
De voormalige boerderij Bakewell aan de Eindhovenseweg heeft overigens niets met dit toponiem te maken.
de kaart van 1830-1850 laat zien hoe open en onbebost Altweerterheide toen was
De naam "Baks" heeft ook geen betrekking op de persoon Sjang Niessen. De boerderij is van omstreeks 1900 en toen Sjang die uit Tungelroy kwam (bijnaam Sjang van Stelders Driek) de boerderij eind jaren dertig, begin jaren 40 kocht, kreeg hij van het ene moment op het andere een andere bijnaam cadeau!! Ik neem dus aan dat de boerderij of het gebied toen al Baks werd genoemd.
Wie de vorige eigenaar was is mij niet bekend en ik weet ook niet sinds wanneer de boerderij of het gebied zo genoemd wordt.

Officiële áchternamen als Baks, Backs en Bax zijn afgeleid van het beroep varkensfokker. Dat zou dus ook kunnen gelden voor iemand die die bijnaam heeft. Ook dat is echter in het geval van Baks Sjang niet het geval.  Hij was zeker geen varkensfokker. Hij had, net zoals de meeste boeren in zijn omgeving, een klein gemengd bedrijf. Te klein om een groot gezin te onderhouden, zodat hij gedurende meerdere uren per week zijn geld elders ging verdienen.

Hoe logisch mijn uitleg over  "op baks" of "beej baks"  als een boerderij op een hoger gelegen plek, of het hoger gelegen gebied zelf misschien ook klinkt, ik kan dit dus niet hard maken.....
Wie het weet mag het zeggen......................

Als het betrekking heeft op de hoger gelegen plek, is het hier in elk geval niet in combinatie met bos, want dat zou niet kloppen met wat je op bovenstaande kaart ziet en wat W. Lenaers in 1948 schreef in "veldnamen in en rond Stramproy":  Volgens de overlevering behoeven we maar enkele eeuwen terug te gaan om vanaf “het Indj” (* bij het Nûnkske kruûs op Bergerroth) met het blote oog het Heihuis bij de tegenwoordige Diesterbaan te kunnen zien.  Zo troosteloos en onbebost was destijds Altweert!”........

Wil je de volledige tekst van deze verklaring lezen, klik dan op deze link.

"Op Baks" wordt begraasd door Maremmana runderen en Exmoor paarden.  De Exmoors  lopen ook op de Loozerheide en in het Weerterbos. 

De kudde Exmoors is in een jaar tijd flink uitgebreid. Er lopen momenteel 11 dieren. Een prachtig oud ras.

Hoewel er al lange tijd een Maremmana stier op o.a. Siëndonk en Kwaoj Gaât voor nakomelingen heeft gezorgd en er Maremmana koeien op de Loozerheide lopen, zijn de Maremmana's op Baks pas één jaar hier. Eind oktober 2014 heeft Stichting Taurus namelijk 15 koeien van dit ras vanuit Toscane over laten komen. De dieren zijn afkomstig van een vijftal boeren, waarvan één zelfs had aangegeven er helemaal mee te stoppen. Precies een jaar geleden schreef ik al over deze pas geïmporteerde koeien. Klik HIER als je dat wil nalezen.

Drie dieren werden "op Baks" geplaatst en begrazen samen met de Exmoors het grote perceel. Waarom er niet meer dieren worden geplaatst is mij niet duidelijk.

Twee koeien hebben inmiddels wel een kalf. Dankzij de Pajuna stier, die er nadien geplaatst is. Dus de kalfjes zijn Maremmana X Pajuna kruisingen. Het is mij niet duidelijk of deze Pajuna nog raszuiver is.

Maremmana's zijn koeien van een oud ras dat niet meer past in de moderne veeteelt. Omdat dit dier in zijn zuivere vorm steeds minder voorkomt en zonder tegenmaatregelen mogelijk zelfs zou kunnen verdwijnen, heeft de Stichting deze dieren over laten komen om hier in het TaurOs project in te passen en over enkele jaren ook weer dieren terug te kunnen zetten in Italiaanse natuurgebieden.

Het Maremmana ras is tegenwoordig een niet veel voorkomend rund uit de Podolische langhoornvee groep. Het ras zou afstammen van runderen die met de Hunnen uit Mongolië, via de Oekraïense steppe, in Italië kwamen in 452 voor Christus. Het rund werd vooral gebruikt als trekdier en pas in tweede instantie voor rundvlees en zuivelproducten.

Bij de koeien zie je veel variatie in de kleur van de vacht, die kan variëren van wit tot donkergrijs. Een ander kenmerk is hun halskwab en een lichtgewicht skelet met slanke benen en sterke poten. De hoorns kunnen wel tot 100 cm lang worden. Bij de stieren is dat in een typische halve maan vorm en de koeien hebben liervormige horens.

dinsdag 19 februari 2013

Exmoorpony op de Loozerheide

In mijn vorige blog over de laatste ontwikkelingen op de Loozerheide, heb ik al vermeld dat er sinds 8 februari, 6 Exmoorpony’s rond lopen. De Exmoorpony behoort naast het przewalskipaard tot de laatste rassen van wilde oerpony's.



In het afgerasterde gedeelte van de voormalige Nyrstargrond lopen al Maremmana runderen. Begrazing wordt door Ark namelijk gezien als een sleutelproces voor “zelfredzame” natuur in Kempen-Broek.
Stichting Taurus, de eigenaar van deze paarden, en Ark hebben bewust voor Exmoorpony’s gekozen, omdat deze paarden vooral jonge boompjes en pijpenstrootje eten. Deze Exmoorpony’s vormen een ideale aanvulling op het graasgedrag van de runderen, want een groot deel van het gebied is begroeid met dit pijpenstrootje. Met de komst van deze kleine kudde Exmoorpony’s zullen weer open plekken ontstaan, die weer kans bieden aan de heide en andere verdwenen of zeldzame planten als galigaan, klokjesgentiaan en snavelbies, of insecten zoals de veldkrekel.
In april zal bij de Grashut in het Weerterbos ook een kleine kudde Exmoorpony’s losgelaten worden. In deze blog wil ik aandacht schenken aan dit prachtige dier.

Ze zijn nogal mensenschuw en erg op zichzelf. Dat moet je echter als een pluspunt opvatten; er hebben zich namelijk met Exmoorpony's (in tegenstelling tot bijvoorbeeld Konikpaarden) waarschijnlijk daardoor nog geen incidenten voorgedaan in terreinen die zijn opengesteld voor het publiek. Het dier is levenslustig, intelligent, vriendelijk en vlug. Een genot om te zien en een verrijking voor Kempen-Broek.

Deze ‘oerpony’ is vernoemd naar het in het zuidwesten van Engeland gelegen “Exmoor”, waar hij de laatste eeuwen in het (half)wild heeft overleefd. Het Nationale Park Exmoor werd al in 1954 gesticht en is vernoemd naar de rivier Exe die door het park stroomt. Het gebied Exmoor is zeer heuvelachtig en bestaat voor het grootste deel uit heide en moerassen.

De Exmoorpony wordt gekenmerkt door een elegant hoofd met wijde neusgaten, sprekende ogen en kleine oren. De hals is kort en sterk, geplaatst op een stevig, middellang lichaam. De vacht heeft ’s zomers een koperglans en is ’s winters mat en ruw. De haarkleur varieert van donkerbruin tot lichtbruin, met zwarte punten rond de ogen, op de neus en op de flanken. De buik en de binnenkant van de dijen zijn lichter van kleur. Rondom de neusgaten heeft de pony een grijsbruine kleur dat op meel lijkt, de meelsnuit. De schofthoogte is gemiddeld 1,23m. De pony's zijn erg taai en sterk en ze hoeven niet beslagen te worden. De pony is goed winterhard en kan zich zelfs in strenge winters redden zonder beschutting of extra voedsel.

De Exmoorpony is geen door de mens geschapen ras, maar een wilde diersoort. Vroeger waren er nog echt wilde kuddes, maar na de Tweede Wereldoorlog was het ras bijna geheel verdwenen.
Na een fokprogramma lopen er nu wereldwijd gelukkig weer zo’n 2000 raszuivere Exmoors rond, waarvan circa 200 in Nederland. Samenwerkingsverband Exmoorpony is in 2007 opgericht om vanuit Nederland en Vlaanderen een bijdrage te leveren aan het behoud van de wilde West-Europese oerpony. Inmiddels is zo'n 90% van alle Exmoorpony's in Nederland en Vlaanderen opgenomen in hun stamboek.
Door het onderling uitwisselen en nauwe samenwerking met de Engelse Exmoor Pony Society, wordt de genetische diversiteit zo groot mogelijk gehouden en de raszuiverheid behouden.

Hans Hovens, van ecologisch advies- en onderzoeks- bureau Fauna Consult, is in 2009 nagegaan welke bewijzen er zijn, die aantonen dat we inderdaad te maken hebben met een nog niet uitgestorven “oerpony”.

In zijn artikel laat hij zien dat er meerdere bewijzen zijn voor de rechtstreekse afstamming van de Exmoorpony uit het kleinere type oerpony, dat in het Laat- Pleistoceen in Noordwest- Europa voorkwam. (ongeveer 100.000 tot 10.000 jaar geleden). De meeste Europese oerpony's hadden een bruine grondkleur, meelsnuit, lichte buik en donkere onderbenen. Dit zien we bij zowel de Exmoorpony als de oerpony's op rotstekeningen in Frankrijk (Lascaux) en Spanje. Hij haalt nog meer bewijsmateriaal aan, zoals overeenkomsten van botten en gebit. Maar de doorslaggevende bewijzen zijn de unieke bloedeiwitten van de Exmoors en het DNA dat op heel veel punten overeen komt met gevonden paardenfossielen uit het Laat-Pleistoceen.

Ik ga  er in deze blog niet verder over uitwijden, maar mocht je interesse hebben, dan kun je het artikel van Hans Bovens hier lezen.

Tot slot wil ik je nog attenderen op een uitzending van "Vroege Vogels" (een uitzending van april 2011).



Grotere kaart weergeven

woensdag 21 november 2012

Dorplein

Het Brabantse Budel-Dorplein past helemaal in het plaatje van natuur rond Weert. Ruim honderd jaar geleden bestond het dorp niet eens en was het een onvruchtbaar gebied, met moeras, heide en vennen.In het Kempen~Broekgebied, waar het deel van gaat uitmaken, ligt het tussen de Hoort, de Boshover- en Loozerheide en de Laurabossen aan de andere kant van de Zuid-Willemsvaart.

Landgoed de "Warande" gebouwd in 1926 door André Dor, is nu een rijksmonument
Budel-Dorplein is pas ontstaan nadat de fabrikantenfamilie Dor en Francois Sepulchre een zinkfabriek bouwden in het vennengebied tussen Budel en Weert. Ze wilden een zinkfabriek stichten in de omgeving van Luik,maar kregen daar geen toestemming voor en zochten toen hun heil in Nederland.

Woonhuis van Dor in Weert. Het latere Hotel Juliana, nu Hostellerie Munten
In eerste instantie vestigde de familie Dor zich in Weert. Ze woonden in het voormalige pand van de burgemeestersfamilie Coenen aan de toenmalige Wilhelminawal (nu hostellerie Munten). Maar ook in Weert kregen ze geen toestemming om een  fabriek te bouwen.  In juli 1892 kochten zij daarom van de gemeente Budel (toen nog een agrarische gemeenschap met weinig economisch perspectief), ongeveer 628 hectare grond. Later is dat terrein uitgebreid tot ruim 900 ha..


Het uitgestrekte gebied werd in de volksmond de "Aauw Heij" genoemd. Zo'n locatie was gunstig, want men had in die tijd een groot "uitwaaigebied" nodig, omdat de zinkproductie met veel rook gepaard ging.  Een ander argument  voor "La Société Anonyme des Zincs de la Campine Dorplein",  was de nabijheid van de spoorverbinding  Antwerpen - Duits Ruhrgebied (IJzeren Rijn) en de Zuid-Willemsvaart. Deze spoor- en waterweg vormden een onmisbare schakel voor de aanvoer van bouwmateriaal, zinkerts en kolen en de afvoer van grondstoffen het zink. Een derde argument was de aanwezigheid van goedkope grond en arbeiders. En tot slot (en niet de minst belangrijke), was er de aanwezigheid van veel water. Voor een zinkfabriek is namelijk voldoende koelwater van wezenlijk belang en  het Ringselven kon hier prima in voorzien. De aanvoer van dat water, dat indirect via de Hamonterbeek van de Maas komt, vindt grotendeels plaats via het zogenaamde "Luuëpke" vanuit natuurgebied de Hoort.

De eerste bewoners waren Waalse arbeiders, die vakkennis en ervaring meebrachten en daarom vooral functies in het middenkader kregen. Tot in de jaren 50 was Frans ook de voertaal onder de notabelen en directie. De arbeiders hadden het aanvankelijk niet gemakkelijk, aangezien de meeste voorzieningen nog gebouwd moesten worden en ze de taal niet spraken. Geleidelijk aan werden er voorzieningen gebouwd. De arbeiderskolonie was in alle opzichten afhankelijk van de Budelse zinkfabriek. Het bedrijf was paternalistisch (het bepaalde wat er in het dorp gebeurde), wat zijn goede en slechte kanten had, en de nederzetting lag afgelegen.



Het oude "Prisonneke"
De stijl en architectuur van de gebouwen is sterk geïnspireerd op architectuur zoals die voorkomt in de Belgische Borinage. Alles gebouwd in rode baksteen volgens de Waalse stijl en met zijn typisch wijze waarop de dakpannen zijn gelegd.

De huizen voor de arbeiders en voorzieningen, zoals kerk en school werden in de nabije omgeving van de fabriek gebouwd. Het dorp had zijn eigen veldwachter ("de Gard") en er was zelfs een gevangenis; het "Prisonneke". Binnenkort begint men met de restauratie van dit bijzonder gebouwtje, dat aan de Theo Stevenslaan ligt. Theo Stevens was een jonge verzetsstrijder uit Dorplein, die op het eind van de Tweede Wereldoorlog met nog een paar andere jongemannen werd gefusilleerd door de Duitsers. Een bijzonder overblijfsel uit de tijd van de Dors is de doorlopende huisnummering. Iets unieks in Nederland. In april 2011 is deze fabrieksnederzetting met de natuurlijke omgeving aangewezen als beschermd dorpsgezicht.Op de site www.historiekzm.nl kun je meer over de historie van de zinkfabriek vinden.

Bij Budel-Dorplein ligt de Loozerheide. Een deel van dat natuurgebied aan Limburgse kant, is onlangs door Nyrstar (sinds 2007 de eigenaar van de zinkfabriek),  aan Ark en Natuurmonumenten overgedragen. Een paar akkers, weilanden en bospercelen (eigendom van particulieren), moet door grondaankoop of grondruil nog eigendom worden.  Het gebied wordt begraasd door Maremmana runderen en Exmoor ponys. Inclusief het Ringselven en de Hoort, maakt de Loozerheide deel uit van het grensoverschrijdende natuurpark Kempen-Broek.

Er zijn een paar mooie wandelroutes uitgezet, die starten bij gemeenschapscentrum "de Schakel".

Er is een "natuurwandeling" (3,5 km.) en een "cultuurwandeling" (7 km.) die gecombineerd kunnen worden tot één wandeling van ongeveer 10 km.

Augustus 2014: De restauratie van het Prisonneke is voltooid.
Alles ziet er keurig verzorgd uit, maar het nostalgische effect, het authentieke van het Prisonneke zoals op de andere foto, ontbreekt in mijn ogen. Het heeft mogelijk ook met de aankleding van de directe omgeving te maken, die saai is ingericht.

Een bord bij het gebouwtje geeft meer duidelijkheid in de historie van het Prisonneke.

Blogarchief