Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label begrazing. Alle posts tonen
Posts tonen met het label begrazing. Alle posts tonen

zondag 19 oktober 2014

Schapen begrazen Smeetshof

Door een bericht op de site van de Ecologische Werkgroep Weert-Zuid, werd ik geattendeerd op een mededeling van Natuurpunt Bocholt en de Belgische krant "Het belang van Limburg" :

 700 schapen te voet naar natuurgebied Smeetshof.
Bocholt - "Herder Johan leidt op zaterdag 18 oktober samen met zijn zoon een kudde schapen vanuit Wijshagen naar het Smeetshof. Dat onder begeleiding van schapencolly´s en enkele vrijwilligers. De route loopt meestal over rustige veldwegen en kruist, onder politietoezicht, de Meeuwerweg, Peerderbaan en Bocholterweg richting de brug van Beek. In de late namiddag arriveert de kudde aan de Napoleonsdijk".

Aldus "het Belang van Limburg".
Voor mij aanleiding om naar de aankomst op 18 oktober te gaan, want 700 schapen over de weg en de aankomst, dat is toch zeker de moeite van het bekijken waard. En zeker op zo'n prachtige dag.


De kudde bevindt zich het grootste deel van het jaar op het militair domein in Houthalen-Helchteren (de Sonnisheide ) voor de instandhouding van de heideterreinen. Om het evenwicht tussen de verschillende (soms zeldzame)planten- en dierensoorten op dit uitgestrekte domein te bewaren, wil en kan men in de winter de hei echter niet laten begrazen. Men laat de hei als het ware "tot rust" komen.

Vandaar dat er naar een nieuw natuurgebied is gezocht voor de begrazing. De keuze is dus gevallen op de Smeetshof. Hiervoor moesten de dieren echter een afstand van ruim 30 km moeten afleggen. Het transport met wagens zou twee dagen kosten, vandaar de keuze om via binnenwegen met de schapen naar het gebied in Bocholt te lópen. De kudde is donderdag al vertrokken en legde elke dag ongeveer 10 km. af.

Ze verblijven bijna een maand op de Smeetshof om het gras en boomopslag vakkundig te kortwieken, dus je hebt nog even de tijd voor een bezoekje.

De schapen zijn Lovenaars; een ras verkregen uit een kruisingsprogramma, dat in 1979 op de proefhoeve van K.U. Leuven werd opgestart. Het is een kruising tussen het Belgisch Melkschaap en het Suffolk-schaap.
Zo kreeg de Lovenaar het beste van de twee: een sterk lijf met stevig pootwerk om moeilijk terrein aan te kunnen, maar ook een hoge vruchtbaarheid, de zelfredzaamheid bij het lammeren, uitstekend vlees en een goede melkproductie.

Oorspronkelijk was het schaap bedoeld als deel van een mogelijk antwoord op de boterberg en melkplas in de jaren 80; de runderstapel moest afnemen en de Lovenaar zou het vleestekort kunnen compenseren. Toen dat probleem opgelost was door het nieuwe landbouwbeleid en een veranderende markt, was het schaap in feite overbodig, maar heeft Johan Schouteden het fokprogramma overgenomen, omdat de Lovenaar een ideaal schaap was voor zijn doeleinden (het fokken van slachtlammeren met een uitzonderlijke vleeskwaliteit).

Schapen worden meestal niet bij de grote grazers gerekend. Ten onrechte naar mijn mening, want ze weten wel raad met een gebied; deze 700 schapen begrazen namelijk gemiddeld per dag 1 ha. Ze eten eerst het jonge malse gras en de planten die ze lekker vinden. Ze grazen het gras heel kort, zodat door de verschraling een dichter, steviger en bloemrijker grasland ontstaat, dat weer een geschikt biotoop vormt voor bijvoorbeeld leeuwerik, kwartel, patrijs en kievit.
Pas daarna beginnen ze aan de wat minder smakelijke planten, de jong uitgeschoten boompjes en struiken, waardoor ze de altijd dreigende verbossing een halt toeroepen.

Dit is niet wat men met de kleine groep taurossen, in het Nederlands deel van Kempen~Broek, zou klaar spelen. Hun manier van grazen is namelijk heel anders en kan in kwetsbare gebieden zelfs schadelijk zijn. Het zal toch ook niet de bedoeling zijn, dat de taurossen (zoals nu trouwens wel gebeurt), alleen maar grazen op de "gewone" weilanden (dat kunnen "gewone" koeien namelijk ook), maar dat ze ingezet worden in de ruigere gebieden, die voor andere grazers moeilijk toegankelijk zijn.

Door alleen de begrazing met galloways en door machinaal maaien, kan men momenteel Smeetshof niet op orde krijgen. Vandaar dat de keuze gevallen is op deze 700 schapen. Zo snijdt het mes aan 2 kanten: Natuurpunt Bocholt hoopt nog meer diversiteit te creëren en de herder is met zijn kudde weer een tijd "onder de pannen". In de toekomst zal uit kostenoverweging helaas weer machinaal gemaaid moeten worden, hoewel dat niet zo milieu- en natuurvriendelijk is. Helaas.


Wat machinaal maaien teweeg brengt, is bijvoorbeeld nu goed te zien op de Kettingdijk. Omdat men te lang gewacht heeft met ingrijpen, is het grasland en het broekbos, door toedoen van de bever, via de afwateringsslootjes en -sloten "overstroomd" door het vervuilde en voedselrijke water van de Lossing en is men aan de slag moeten gaan met zwaar materieel, omdat men er op een andere manier niet kon op komen.


Ik vrees dat door deze activiteiten dat gedeelte van de Kettingdijk een terugslag heeft gekregen van ettelijke jaren. Ik ben benieuwd hoe het er volgend voorjaar bij zal liggen en of we nog de rijke flora zullen aantreffen, die we er eerder zagen.

Slachtoffertjes door de inzet van zwaar materieel
Het is niet alleen een mogelijke ramp voor de flora, maar door deze activiteiten krijgen kleine bodemdieren zoals de talloze insecten,amfibieën en knaagdiertjes ook niet voldoende de tijd om te ontsnappen. Bij begrazing door bijvoorbeeld schapen, zouden ze daar wel ruimschoots de tijd voor hebben. Het lijkt me wel duidelijk dat voorlopig op de Kettingdijk van een biologisch evenwicht geen sprake (meer) is.

Ik vraag me af waarom Ark/Natuurmonumenten trouwens niet heeft gekozen voor de begrazing van dat grasland met schapen. Het beperkt aantal taurossen kan niet wat 700 schapen in enkele dagen voor elkaar krijgen. Een gemiste kans in mijn ogen.

zondag 7 april 2013

Limia runderen

In het Nederlandse deel van Kempen-Broek (Stramprooise heide, Wijffelterbroek en Loozerheide), vallen vooral de lokale Zuid-Europese runderrassen, zoals de Spaanse pajuna, tudanca en sayaguesa, en de Italiaanse podolica en maremmana primitivo op. Imposante dieren die niet alleen qua uiterlijk, maar ook genetisch en qua gedrag geschikt zijn voor het TaurOs fok- en kruisprogramma. Voortdurend wordt gemeten en geobserveerd of elke (nieuwe) generatie de gewenste kenmerken vertoont. Onlangs is de prachtige sayuaguese stier Machiel bij ’t Brook weggehaald, omdat hij soms te agressief gedrag vertoonde. Gedrag dat wel kan in ontoegankelijke gebieden, maar niet getolereerd wordt in voor publiek toegankelijke gebieden.

Eind januari zijn weer een aantal nieuwe runderen uit het TaurOs programma geplaatst in ’t Kwaoj Gaât. Het zijn 3 limia koeien, een stierkalfje en een limia stier. Prachtige en, voorzover ik heb gemerkt, rustige, maar attente dieren, die me steeds nauwlettend in de gaten hielden. En terecht. Alle koeien hebben inmiddels kalfjes. Het oudste stierkalfje is zo te zien een kruising. Dat is misschien ook het geval bij de andere twee kalfjes. Ik vraag me af, of, en met welke stier, ze gekruist zijn. Wie het weet mag het zeggen…..

Het Limia rund of Limiana is een Spaans ras uit de provincie Galicië, dat qua kenmerken, gehardheid en robuustheid dicht bij het oerrund staat. Bij de Limia zie je, net zoals bij andere runderrassen, variatie.

Stieren bereiken een gemiddelde schouderhoogte van 150 cm en koeien 140 cm. Ten opzichte van het oerrund is het dier eigenlijk klein te noemen, want het oerrund was namelijk veel groter; de schofthoogte van een stier bedroeg waarschijnlijk 200 cm, van een koe rond 180 cm. Toch maken de anatomie en het vermogen tot aanpassing aan de natuuromstandigheden hen geschikt voor het Taurus Project. Vooral de hoornpartij is opvallend naar voren gericht en naar binnen gekromd. Dit is, net als de opvallend kleine en nauwelijks zichtbare uier van de koe, een kenmerk dat je ook bij het oerrund had. Ook de kleur van de vacht van de koe is net als bij het oerrund, lichtbruin, donkerder op het hoofd, de nek en benen. Stieren hebben een donkere huid waarvan de kleur varieert van zwart, bruinzwart naar een lichtere rug. Beide geslachten hebben een heldere meelsnuit.

De limia’s op ’t Kwaoj Gaât teren zichtbaar in op hun opgebouwde reserves en zijn vermagerd, maar een gewichtsverlies tot 30% schijnt geen probleem te zijn. De kleintjes zien er in elk geval goed uit en zijn actief. Een genot om naar te kijken.
Het limia rund eet bij gebrek aan gras graag bladeren, knoppen en jonge scheuten van bomen en struiken. Wat dat betreft is het Kwaoj Gaat, waar alleen gras groeit, eigenlijk minder geschikt.
Hoewel de runderen in Kempen-Broek "koude- en vochtbestendig" zijn, hebben ze het momenteel niet gemakkelijk. Vanwege de kou en de droogte is er op een aantal plaatsen gewoon niet voldoende voedsel (gras) aanwezig. Om die reden zijn de sterk vermagerde runderen bij d’n Oetslaâg waarschijnlijk voor een tijdje weggehaald en ook op Siëndonk is men genoodzaakt om toch weer bij te voeren. Men heeft er sleuven gegraven van bijna 2 meter diep en op de bodem staat slechts een bodempje water!
Het wordt dus hoog tijd dat het weer gaat veranderen. Hoog tijd, dat het niet alleen warmer wordt, maar vooral natter, zodat er weer snel voldoende gras voor de dieren is en ze aan kunnen sterken….


Omdat enkele stieren van de Graus en een stiertje uit het Luuëke binnenkort naar Asturië ( Noord-Spanje) gaan, komen weer wat plekjes vrij voor andere stieren uit het TaurOs programma. Ook komt er binnenkort een groep Maronesa runderen. Maronesa is een runderras uit Portugal, dat ook in meerdere opzichten lijkt op het uitgestorven oerrund.

Ik ben reuze benieuwd wat dat weer zal brengen. Ik blijf het volgen….






zaterdag 16 februari 2013

Nyrstargebied een half jaartje later

Aan de Limburgse kant van de natuurgronden van zinkfabriek Nyrstar in Budel-Dorplein, ligt de Loozerheide. Nyrstar, de eigenaar sinds 2007, heeft een natuur- compensatieverplichting opgelegd gekregen in ruil voor de ontwikkeling van het Duurzaam Industrieterrein Cranendonck (DIC).
Het gebied dat Nyrstar daar in bezit had, is op 27 september 2012 aan Ark en Natuurmonumenten overgedragen. Op de site van Ark wordt hier meer over verteld.


Zowel Loozerheide als Ringselven zijn een onmisbare schakel in het streven om van het grensoverschrijdende Kempen~Broek één aaneengesloten gebied te maken. Men wil de heide terug, het waterpeil herstellen en een waterbuffer creëren. Zodoende vernat het gebied, krijgt bomengroei minder kans en kan de natuur zich weer ontwikkelen tot een prachtig nat en robuust natuurgebied.

Hoewel het Nyrstargebied oorspronkelijk een groot nat heide- terrein was, is er nagenoeg geen hei meer te zien en is het gebied voor een groot gedeelte begroeid met pijpenstrootje; Nyrstar heeft hier gedurende ongeveer 100 jaar niets aan natuurbeheer gedaan.
Doordat in het verleden greppels voor ontwatering zijn gegraven is het gebied sterk verdroogd. Een centraal in het gebied gelegen vennetje is helaas ook nagenoeg dichtgegroeid. De greppels gaat men dichtgooien, zodat het water langer vastgehouden wordt en waarschijnlijk gaat men de populieren rooien, of misschien laat men de natuur gewoon zijn gangetje gaan en verdwijnen de populieren vanzelf. Een sparrenbos, dat hier van oorsprong ook niet thuis hoort, is al gerooid.
De particuliere akkers, weilanden en bospercelen die eigendom waren van een paar agrariërs, zijn inmiddels ook het eigendom van Ark door grondruil of aankoop. Er is dus in korte tijd al heel wat werk verzet, maar het zal nog een hele tijd duren voor het naar ieders tevredenheid is.

Het gebied is omrasterd door Ark en sinds half november 2012 lopen er een aantal Maremmana runderen, die zorgen voor de begrazing. In mijn blog "Maremmana runderen op de Loozerheide" heb ik al een en ander over deze dieren verteld.
Na enig zoeken vond ik deze prachtige dieren bij een afgelegen groepje bomen. Er zijn 2 kalfjes geboren in de winter en om die reden ben ik op afstand gebleven. De koeien hebben ook een tijdje op de Stramprooise Heide gelopen, samen met een Pajuna stier. Ik vraag me af die de vader is. De kalfjes waren trouwens niet te zien vanwege het hoog groeiende pijpenstrootje. Het rund wordt gekenmerkt door een volgzaam karakter en sterk wijkgedrag, maar je weet niet hoe ze nu vanwege hun kalfjes zullen reageren en wat er gebeurt als je te dicht bij komt.
Er wordt sowieso geadviseerd minstens 25 meter afstand te bewaren en dat is nu zeker van belang.



Sinds vrijdag 8 februari lopen er 6 Exmoorpony’s rond. Het zijn 4 merries, een hengst en een veulen.
Ark heeft bewust voor Exmoorpony’s gekozen, omdat deze paarden vooral jonge boompjes en pijpenstrootje eten. Zo kan mogelijk de heide weer in dit gebied terug keren.




Grotere kaart weergeven

vrijdag 18 januari 2013

TaurOssen krijgen hapje extra

Op 't Luuëke, d'n Oetslaâg en Siëndonk (in de omgeving van het Vosseven), krijgen de TaurOssen deze week extra hooi. Gewoonlijk kunnen deze runderen prima zelf de winter doorkomen, ook bij vorst en sneeuwval. Dit kan vanwege de reserves die ze opgebouwd hebben; ze teren in de winter in op hun vetlaag, die ze in de zomer hebben opgebouwd. De dieren worden in deze periode uiteraard nog beter in de gaten gehouden om te zien, of hun conditie goed blijft en het was al snel duidelijk dat ze te weinig voer binnen kregen.

Ecolanders op 't Luuëke

Vanwege het barre weer (de vele sneeuwval van de afgelopen dagen, de vorst en de grote wateroverlast bij d'n Oetslaâg), is er binnen de omrasterde percelen gewoon te weinig voedsel te vinden, of de dieren kunnen er vanwege de sneeuw niet bij. Hoewel normaal gesproken dus niet bijgevoerd wordt, hebben de beheerder van de dieren - FREE Nature - en natuurorganisatie ARK, nu besloten de TaurOssen, voor zolang dat nodig is, met hooi bij te voeren. Als de sneeuw verdwenen is, zal dit niet meer nodig zijn. Zoals je ziet maken deze Ecolanders op 't Luuëke hier dankbaar gebruik van.

Zolang de gebieden versnipperd liggen en de dieren binnen afgerasterde percelen lopen, is de kans dat ze niet voldoende voedsel kunnen vinden, groter. In sommige gedeelten, zoals 't "Kwaoj Gaât", dat vorig jaar onttrokken is aan de landbouw en van de toplaag is ontdaan om natuurontwikkeling mogelijk te maken, staat op dit moment waarschijnlijk ook (te) weinig vegetatie, want daar lopen al een tijdje geen runderen. Deze dieren zijn al een tijd geleden overgebracht naar 't "Brook".



Maremmana primitivo stier op Siëndonk

Sayaguese kruising op Siëndonk

zondag 25 november 2012

Tauros in Wijffelterbroek

In het Wijffelterbroek en Stramproyer heide, in de gemeente Weert, is men met een uniek project bezig. Stichting Taurus en ARK Natuurontwikkeling maken zich vanaf 2009 sterk om op korte termijn een rund te fokken, wat zoveel mogelijk overeenkomsten vertoond met het sinds begin 16e eeuw uitgestorven oerrund. Wetenschappers en kenners, zoals genetici en historici uit Italië, Spanje en Nederland werken mee aan deze ontwikkeling.
In 2018 (!) moet er een kudde van 100 oerossen rondtrekken in het grensoverschrijdende Kempen~Broek. Op langere termijn is deze tauros een wild dier, dat net als edelherten, wilde zwijnen, wolven en andere grote zoogdieren, vrij rond zwerft door natuurgebieden. Zonder menselijke bemoeienis.

Een veelbelovend resultaat van een kruising tussen een Hooglander - en een Heckrund leek dit jonge stiertje met kenmerkende meelsnuit, bruine bles en streep over zijn nek en rug. Deze runderen worden Ecolanders genoemd. Grootte en omvang van de hoorns van dit dier zijn volgens de deskundigen echter (nog) niet optimaal.
Dit beestje zal dus helaas tzt terechtkomen in het slachthuis.

Reguleren of laten?

Met wat geluk kom je in het IJzeren Mangebied oog in oog te staan met het Kempisch heideschaap. Een kudde van zo’n 100 tot 150 dieren zorgt voor de begrazing langs wandelpaden en rond de bosvennetjes.
Een goed natuurbeheer is altijd een keuze maken tussen reguleren en/of laten. De plaatsen met bijzondere, leuke en/of zeldzame planten worden daarom na overleg met de Bosgroep van het IVN door de herder afgerasterd, zodat de schapen er niet bij kunnen.
Op deze foto zie je een deel van de kudde bij het Geurtsven.

Ze hebben je al snel in de gaten en komen altijd even nieuwsgierig kijken welk vreemd wezen hen nu weer staat te bekijken.

Schapen, maar ook geiten en herten, kunnen dankzij hun horizontale pupillen opzij kijken, zonder hun kop te bewegen. Hun blikveld bestrijkt bijna 360 graden. Ze kunnen zelfs zien wat er achter ze gebeurt; een soort ‘’ingebouwde achteruitkijkspiegel’’.

vrijdag 23 november 2012

Tauros in de Graus

De Graus is een weideperceel aan de Pruiskensweg, aan de rand van het Wijffelterbroek. De naam Graus zou aan de veldnaam Groes ontleend kunnen zijn. Deze naam hangt samen met groeze, verwant aan gras en duidend op een groene (drassige) weide. Volgens W. Lenaers (bron: Veldnamen in en om Stramproy, 1948) kan het echter ook afgeleid zijn van het Duitse woord Graus. Dit klinkt aannemelijker, want in de Nieuwe Koerier van 16 augustus 1911 (de voorloper van Dagblad de Limburger) wordt namelijk gesproken over ontginning "Graussen". Het Nederduitse grausen is afgeleid van het Germaanse "irgrūsōn" en betekent gruwen, huiveren of griezelen. Het gebied moet er ooit,vóór de ontginningen dus, nogal woest hebben uitgezien. Ook in het Nederlands Etymologisch Woordenboek kwam ik deze betekenis van grausen tegen.

In het ca. 10 hectare groot omzoomd weiland lopen momenteel koeien van een kruising tussen Heckrund en Schotse hooglander en een Ecolander stier.

De Ecolander is een kruising tussen verschillende runderrassen (met name Hooglanders en Heckrunderen) waar- bij streng geselecteerd wordt op rustig gedrag, gehardheid en uiterlijk.
Bij het uiterlijk wordt vooral gelet op kenmerken die het, inmiddels uitgestorven, oerrund moet hebben gehad.


In de Ecolander zit het karakter (m.n. de rust en betrouwbaarheid) van de Schotse Hooglander en het uiterlijk (zoals wildkleur, kortharigheid in de zomer en langharigheid in de winter, een goed gevormde hoornpartij, de witte snuit, de lichte "aalstreek" op de rug), het kuddegedrag en voedselkeuze van het Heck-rund. De Ecolander is vanwege zijn karakter inzetbaar in publieksterreinen. Als de afstand met bezoekers te klein wordt, moet de stier zich terug trekken en niet, zijn mannetje willen gaan staan, hij mag niet dreigen..
De positieve eigenschappen van de Ecolander maken dit dier geschikt om deel uit te maken van het fokprogramma van de TaurOs. Dat is tenminste wat de Stichting Taurus ervan verwacht.


Deze runderen vertonen dus het natuurlijk gedrag van het oerrund. Het zijn grote en imposante dieren met grote en dikke hoorns. Ze hebben een groot wijkgedrag, m.a.w. ontwijken de mens, zijn volledig zelfredzaam en eten alles wat hun voor de voeten komt. Vooral op de wat rijkere grasgebieden komen ze goed tot hun recht. Ze kunnen goed tegen het Nederlandse klimaat.

Klik HIER als je wat meer wil weten over het Heckrund.

Sayaguese koe

zwart/grijs Tudanca rund
Om tot een rund te komen, wat lijkt op het oorspronkelijk oerrund, zal door de Stichting Taurus en Ark gebruik worden gemaakt van een nauwkeurig bijgehouden en gericht kruisings- en fokprogramma. Met runderrassen waarvan het DNA zoveel mogelijk op dat van het oerrund lijkt. Men noemt dit het TaurOs projekt.
De basis wordt gelegd door de Schotse Hooglander. Dat rund heeft zich al bewezen als natuurlijke jaarrond begrazer van natuurterreinen. Het is zelfredzaam. Daarnaast is het een publieksvriendelijk dier.
De Schotse Hooglander zal worden gekruist met afstammelingen van - de Tudanca,de Pajuna, de Sayaguesa en de Limia uit Spanje, en de Maremmana 'primitivo' en Podolica uit Italie.
Doel is om uiteindelijk tot een goede match te komen en een dier te scheppen waarvan uiterlijk en gedrag in de buurt van het oerrund komen.

zwart/bruin Sayaguesa koe met kalfje
Het Sayaguesa rund op de foto is een zeer zeldzaam ras dat in de regio Castilië en León(Spanje)voor komt. Er zijn nog maar 500 dieren over de hele wereld, dus de soort dreigt uit te sterven. De dieren zien er indrukwekkend uit met hun karakteristieke hoorns, maar zijn rustig en ongevaarlijk.Dit primitieve Spaanse ras is eeuwenlang als trekdier gebruikt. Ze hebben veel kenmerken van het oerrund in zich wat betreft kleuren en kleurstelling. Ze kunnen goed tegen kou en kunnen goed tegen warmte, staan hoog op de poten, hebben een slanke bouw en hebben een hoornvorm die past binnen het profiel van het oorspronkelijke oerrund. Karakterestiek is ook de zogenaamde "meelsnuit".
Je vindt de zwart/bruine Sayaguesa runderen (koeien) langs de A-beek in Stramproy (bekend als "d'n Oetslaag"). Aan de andere kant van de Grensweg ("Siëndonk" genoemd)bevinden zich de zwart/grijze gekruiste Tudanca's.

In het Wijffelterbroek op percelen met de naam "Kwaoj Gaât" en "Wisseblök", loopt een Sayaguese stier met (gekruiste) Schotse hooglanders. Hij zal voor nakomelingen gaan zorgen. Tenminste, dat is de bedoeling !!!

Sayaguese stier met een koe die een kruising is tussen een Tudanca en de Schotse Hooglander

Tauros in Wijffelterbroek

In het Wijffelterbroek en Stramproyer heide, in de gemeente Weert, is men met een uniek project bezig. Stichting Taurus en ARK Natuurontwikkeling maken zich vanaf 2009 sterk om op korte termijn een rund te fokken, dat zoveel mogelijk overeenkomsten vertoond met het sinds begin 17e eeuw uitgestorven oerrund.
Wetenschappers en kenners, zoals genetici en historici uit Italie, Spanje en Nederland werken mee aan deze ontwikkeling. In 2018 (!) moet er een kudde van 100 oerossen rondtrekken in het grensoverschrijdende Kempen~Broek.
Op langere termijn is deze oeros een wild dier, dat net als edelherten, wilde zwijnen, wolven en andere grote zoogdieren, vrij rond zwerft door natuurgebieden. Zonder menselijke bemoeienis.


Een veelbelovend resultaat van een kruising tussen een Hooglander - en een Heckrund, leek dit jonge stiertje met kenmerkende meelsnuit en bruine bles en streep over zijn nek en rug. Grootte en omvang van de hoorns zijn echter volgens de deskundigen (nog) niet optimaal.
http://www.freenature.nl/free/Dit beestje zal dus helaas tzt terechtkomen in het slachthuis van Free Nature. In 2007 is FREE Nature opgericht vanuit ARK Natuurontwikkeling en beheert in Kempen - Broek de kuddes runderen en paarden.
Wanneer een dier om de een of andere reden niet in het kruis- en fokprogramma van TaurOs past, of als er te weinig ruimte is voor de dieren in het gebied en het nergens anders geplaatst kan worden, biedt Free Nature het kwaliteitsvlees van de dieren aan als wildernisvlees. De opbrengst stroomt rechtstreeks terug naar het werk met de kuddes en de natuur.

woensdag 21 november 2012

Dorplein

Het Brabantse Budel-Dorplein past helemaal in het plaatje van natuur rond Weert. Ruim honderd jaar geleden bestond het dorp niet eens en was het een onvruchtbaar gebied, met moeras, heide en vennen.In het Kempen~Broekgebied, waar het deel van gaat uitmaken, ligt het tussen de Hoort, de Boshover- en Loozerheide en de Laurabossen aan de andere kant van de Zuid-Willemsvaart.

Landgoed de "Warande" gebouwd in 1926 door André Dor, is nu een rijksmonument
Budel-Dorplein is pas ontstaan nadat de fabrikantenfamilie Dor en Francois Sepulchre een zinkfabriek bouwden in het vennengebied tussen Budel en Weert. Ze wilden een zinkfabriek stichten in de omgeving van Luik,maar kregen daar geen toestemming voor en zochten toen hun heil in Nederland.

Woonhuis van Dor in Weert. Het latere Hotel Juliana, nu Hostellerie Munten
In eerste instantie vestigde de familie Dor zich in Weert. Ze woonden in het voormalige pand van de burgemeestersfamilie Coenen aan de toenmalige Wilhelminawal (nu hostellerie Munten). Maar ook in Weert kregen ze geen toestemming om een  fabriek te bouwen.  In juli 1892 kochten zij daarom van de gemeente Budel (toen nog een agrarische gemeenschap met weinig economisch perspectief), ongeveer 628 hectare grond. Later is dat terrein uitgebreid tot ruim 900 ha..


Het uitgestrekte gebied werd in de volksmond de "Aauw Heij" genoemd. Zo'n locatie was gunstig, want men had in die tijd een groot "uitwaaigebied" nodig, omdat de zinkproductie met veel rook gepaard ging.  Een ander argument  voor "La Société Anonyme des Zincs de la Campine Dorplein",  was de nabijheid van de spoorverbinding  Antwerpen - Duits Ruhrgebied (IJzeren Rijn) en de Zuid-Willemsvaart. Deze spoor- en waterweg vormden een onmisbare schakel voor de aanvoer van bouwmateriaal, zinkerts en kolen en de afvoer van grondstoffen het zink. Een derde argument was de aanwezigheid van goedkope grond en arbeiders. En tot slot (en niet de minst belangrijke), was er de aanwezigheid van veel water. Voor een zinkfabriek is namelijk voldoende koelwater van wezenlijk belang en  het Ringselven kon hier prima in voorzien. De aanvoer van dat water, dat indirect via de Hamonterbeek van de Maas komt, vindt grotendeels plaats via het zogenaamde "Luuëpke" vanuit natuurgebied de Hoort.

De eerste bewoners waren Waalse arbeiders, die vakkennis en ervaring meebrachten en daarom vooral functies in het middenkader kregen. Tot in de jaren 50 was Frans ook de voertaal onder de notabelen en directie. De arbeiders hadden het aanvankelijk niet gemakkelijk, aangezien de meeste voorzieningen nog gebouwd moesten worden en ze de taal niet spraken. Geleidelijk aan werden er voorzieningen gebouwd. De arbeiderskolonie was in alle opzichten afhankelijk van de Budelse zinkfabriek. Het bedrijf was paternalistisch (het bepaalde wat er in het dorp gebeurde), wat zijn goede en slechte kanten had, en de nederzetting lag afgelegen.



Het oude "Prisonneke"
De stijl en architectuur van de gebouwen is sterk geïnspireerd op architectuur zoals die voorkomt in de Belgische Borinage. Alles gebouwd in rode baksteen volgens de Waalse stijl en met zijn typisch wijze waarop de dakpannen zijn gelegd.

De huizen voor de arbeiders en voorzieningen, zoals kerk en school werden in de nabije omgeving van de fabriek gebouwd. Het dorp had zijn eigen veldwachter ("de Gard") en er was zelfs een gevangenis; het "Prisonneke". Binnenkort begint men met de restauratie van dit bijzonder gebouwtje, dat aan de Theo Stevenslaan ligt. Theo Stevens was een jonge verzetsstrijder uit Dorplein, die op het eind van de Tweede Wereldoorlog met nog een paar andere jongemannen werd gefusilleerd door de Duitsers. Een bijzonder overblijfsel uit de tijd van de Dors is de doorlopende huisnummering. Iets unieks in Nederland. In april 2011 is deze fabrieksnederzetting met de natuurlijke omgeving aangewezen als beschermd dorpsgezicht.Op de site www.historiekzm.nl kun je meer over de historie van de zinkfabriek vinden.

Bij Budel-Dorplein ligt de Loozerheide. Een deel van dat natuurgebied aan Limburgse kant, is onlangs door Nyrstar (sinds 2007 de eigenaar van de zinkfabriek),  aan Ark en Natuurmonumenten overgedragen. Een paar akkers, weilanden en bospercelen (eigendom van particulieren), moet door grondaankoop of grondruil nog eigendom worden.  Het gebied wordt begraasd door Maremmana runderen en Exmoor ponys. Inclusief het Ringselven en de Hoort, maakt de Loozerheide deel uit van het grensoverschrijdende natuurpark Kempen-Broek.

Er zijn een paar mooie wandelroutes uitgezet, die starten bij gemeenschapscentrum "de Schakel".

Er is een "natuurwandeling" (3,5 km.) en een "cultuurwandeling" (7 km.) die gecombineerd kunnen worden tot één wandeling van ongeveer 10 km.

Augustus 2014: De restauratie van het Prisonneke is voltooid.
Alles ziet er keurig verzorgd uit, maar het nostalgische effect, het authentieke van het Prisonneke zoals op de andere foto, ontbreekt in mijn ogen. Het heeft mogelijk ook met de aankleding van de directe omgeving te maken, die saai is ingericht.

Een bord bij het gebouwtje geeft meer duidelijkheid in de historie van het Prisonneke.

Blogarchief